Gedragscode

Introductietekst

 Voor wie de gedragscode is bedoeld
Voor alle (vrijwillige) medewerkers, stagiaires en leerlingen die werkzaam zijn binnen de Zorggroep Noordwest-Veluwe.

 Wie we bedoelen met ‘de anderen’
(Vrijwillige) collega’s, cliënten, familieleden/contactpersonen. Kortom: een ieder die binnen de Zorggroep woont, werkt, bezoekt en/of diensten verricht c.q. aanbiedt.

De 12 gedragsregels:

 1. “Ik ben het visitekaartje van de Zorggroep.”

Als je plezier hebt in je werk dan straal je dat uit. Jouw enthousiasme en inzet beïnvloeden je omgeving. Wees toegewijd aan de cliënt, collegiaal en loyaal aan de Zorggroep. Stel je servicegericht op naar een ieder die je op je werk tegenkomt.
Toon respect, verantwoordelijkheid en geborgenheid bij alles wat je doet. Door je gedrag kun je uitstralen: bij mij bent u in vertrouwde handen!

 Eerste klas service geven vraagt slechts een kleine extra inspanning!

 GEDRAG TIPS:

·       Wees hulpvaardig en galant.

·       Zorg ervoor dat je er representatief uit ziet.

·       Begroet cliënten, collega’s, familie en bezoekers vriendelijk.

·       Bied als iemand moet wachten een kopje thee of koffie aan.


2. “Ik kom mijn afspraken na.”

Bij deze gedragsregel heeft elk team een chocoladereep (metafoor voor teamwork) gekregen om uit te delen op het werkoverleg. Als je allemaal een blokje krijgt, dan heb je een klein deel van het geheel. Leg je al die stukjes bij elkaar, dan heb je ook wat: een hele dikke reep, een team! En zeg nou zelf: een hele reep smaakt toch beter dan één stukje….

 De waarde van een team is groter dan de som van alle individuele vaardigheden. 

GEDRAG TIPS:

·       Maak duidelijke afspraken: wie doet wat wanneer.

·       Beloof geen dingen die je niet waar kunt maken.

·       Informeer de ander op tijd als je je niet aan de afspraak kunt houden en maak zo nodig een nieuwe afspraak.

·       Doe wat je zegt en zeg wat je doet of niet doet.

·       Wees betrouwbaar: afspraak = afspraak!

 

 


3. “Ik communiceer open en eerlijk met iedereen.”

Kijk eens kritisch in ‘de spiegel van gedrag’ en ga de dialoog aan met jezelf. Hoe is jouw manier van communiceren met collega’s, cliënten en familieleden?
Zorg voor een goede communicatie. Neem de tijd, luister en stel vragen.
Informeer betrokkenen altijd meteen over belangrijke zaken en wees daarbij eerlijk en transparant.
Geef en vraag op een open manier feedback. Communiceer met elkaar in plaats van over elkaar.

 Een goede dialoog verbindt mensen, maakt ruimte en kweekt begrip. 

GEDRAG TIPS:

·       Spreek de ander op ooghoogte aan.

·       Wees je bewust van je taalgebruik en pas dit zo nodig aan.

·        

·       Communiceer tijdens de zorgverlening vooral met degene aan wie je de zorg geeft (en niet ‘over de hoofden’ alleen met je collega). 

 4. “Ik mag fouten maken, anderen ook!” 

Fouten maken is menselijk. Wees echter kritisch op het eigen functioneren en kom openlijk voor je fouten uit. Maak excuses bij degene die de dupe is van jouw fout en herstel de fout zo goed mogelijk.

Probeer elkaar voor fouten te behoeden en denk na hoe we van onze fouten kunnen leren.

Spreek elkaar aan op de eigen verantwoordelijkheden. 

Een mens zonder fouten leeft niet, een mens zonder fouten leert niet. 

5. “Ik behandel een ander altijd met respect.”

 

 

 

 

 Ieder mens is uniek. Geef een ander daarom de ruimte om zichzelf te zijn.

Respecteer zijn of haar mening, bezit en levensovertuiging. Probeer je te verplaatsen in andermans positie en probeer hem of haar behulpzaam te zijn. Ga respectvol om met anderen!
Geef een mens het gevoel dat hij bijzonder is en hij gaat bijzonder doen.
Wie goed doet, goed ontmoet!

GEDRAG TIPS:

-     Spreek de cliënt (de ander) aan met ‘u’ en de achternaam, tenzij men te kennen geeft anders aangesproken te willen worden.
-     Neem geen dingen uit handen die door de ander zelf kunnen worden gedaan.
-     Respecteer de wensen, keuzes en het dagritme van de cliënten en maak hierover afspraken in het zorgdossier; richt je werk hierop in.
-     Benader de ander onbevooroordeeld.
-     Ga respectvol om met eigendommen van de ander. Meld het als je per ongeluk iets kapot of kwijt maakt.
-     Geef gelegenheid voor gebed en Bijbellezing (bijv. bij de maaltijd).

-     Spreek zo nodig anderen aan op hun verantwoordelijkheid van respectvolle omgang met elkaar en acceptatie van elkaar.

 6. “Ik stel vragen als iets me niet duidelijk is.”

Het stellen van vragen helpt onduidelijkheden de wereld uit. Duidelijkheid verbetert de samenwerking met collega’s en de zorgverlening naar de cliënten. Toon initiatief en verantwoordelijkheid en stel vragen als iets niet duidelijk is.
Domme vragen bestaan niet! 

 7. “Ik doe graag iets extra’s voor een ander.”

Een tevreden cliënt, bewoner of (vrijwillige) collega, geeft een goed gevoel. Vaak zijn het de kleine, onverwachte dingen die het ‘m doen.
Toon belangstelling en zoek naar elementen waar de ander gelukkig van wordt.
Doe niet alleen datgene dat de cliënt minimaal van ons mag verwachten, maar vraag je voortdurend af hoe we onze cliënten nog beter van dienst kunnen zijn.
Vriendelijkheid en aandacht zijn als olie waardoor alles soepeler loopt!

GEDRAG TIPS:
-     Geef de ander eens een compliment; zeg eens “Bedankt!”
-     Wees attent.
-     Gedraag je ‘pro-actief’ en doe ongevraagd wat voor de ander. (Bijvoorbeeld: vul schoon wasgoed en incontinentiemateriaal aan; plaats de accu van de tillift in de acculader als deze leeg is zodat deze weer bedrijfsklaar is voor volgend gebruik; zet vuile vaat in de afwasmachine etc.).

 8. “Ik ben oprecht betrokken en luister met aandacht naar een ander”

Een betrokken houding begint al met goed luisteren naar wat een ander zegt.
Luisteren is beschikbaar zijn voor het verhaal van een ander, jezelf even loslaten.
Laat merken dat je oprechte aandacht schenkt en ga in op hetgeen gezegd wordt; ga in gesprek. Luisteren betekent ook zwijgen, ruimte geven aan stiltes in een gesprek.
Iemand die goed luistert, hoort de dingen die niet worden gezegd. 

GEDRAG TIPS:
-     Neem klachten serieus, zie een klacht als een kans om te komen tot verbetering;  Klachtvriendelijk = klantvriendelijk!
-     Neem tijd om te luisteren en kies hiervoor ook een moment en een plek waar je dit ongestoord kunt doen.
-     Sta open voor emoties en toon hiervoor begrip.
-     Luisteren is ook letten op non-verbale signalen.

9. “Ik ben een professional en zo gedraag ik mij ook” 

De Zorggroep verstrekt regelmatig informatie over beleid, bijvoorbeeld op het gebied van veiligheid, melden incidenten en klachtenregeling. Elke medewerker draagt de verantwoordelijkheid voor een correcte uitvoering van het opgestelde beleid.
Omdat je niet elke dag met deze zaken te maken hebt, kan kennis wegzakken. Daarom zijn de afgesproken spelregels vastgelegd in protocollen en procedures. Zo kun je altijd opzoeken wat de regels zijn. Het regelmatig checken of je kennis nog paraat is, ook jouw verantwoordelijkheid!
Als professional wil jij toch ook graag de goede dingen doen en de dingen goed doen?

 GEDRAG TIPS:

-     Laat je schriftelijk en/of mondeling informeren, bijvoorbeeld: lees de nieuwsbrieven, de overdracht, het zorgdossier, verslag van het werkoverleg.
-     Zorg dat je zoveel mogelijk aanwezig bent bij die overlegvormen waarbij je geacht hoort te zijn.
-     Zoek nieuwe uitdagingen en kijk eens verder dan je eigen discipline c.q. locatie.
-     Neem verantwoordelijkheid die bij je taken en functie hoort.
-     Bewaar een professionele afstand tussen hulpvrager en hulpverlener.
-     Vraag gerust om advies of feedback bij een collega als je iets niet weet (zie ook regel 6!). 

10. “Ik informeer een ander tijdig en volledig”

 

Informatie is het bloed van een organisatie, de medewerkers zijn het kloppend hart.
Het tijdig geven van volledige en duidelijke informatie is in het belang van de cliënt, jezelf, je team, je afdeling, je locatie en de hele Zorggroep.
Bouw bruggen, geen muren!
Informeren is verbinding leggen met elkaar. Geef een ander de informatie die hij of zij nodig heeft. Dat helpt misverstanden of onbegrip uit de weg! 

GEDRAG TIP:

·       Zorg dat de informatie die je geeft juist is, wees duidelijk in wat de ander van je kan verwachten. 

11. “Ik ben discreet en respecteer de privacy van anderen”
 

De Zorggroep stelt alles in het werk om een correcte bejegening en het recht op privacy van onze cliënten in de zorg te waarborgen.
Bejegening en privacy komen terug in alle aspecten van de zorg. Van het betreden van woonruimtes, de lichamelijke verzorging en het zorgdossier, tot de levensovertuiging, leefgewoontes en communicatie met cliënten.
Geef de ander de ruimte om zichzelf te zijn en respecteer diens mening, bezit en levensstijl.
Hoe vanzelfsprekend het ook lijkt: ga discreet om met wat je ziet, hoort en doet voor een ander. Praat niet over, maar met elkaar. Wees betrouwbaar, zowel voor cliënt als collega. 

GEDRAG TIPS:

·       Voer gesprekken over cliënten niet ‘in de wandelgangen’ maar in gesloten ruimtes.

·       Klop aan bij een gesloten deur, zowel bij kantoren als bij cliënten.

·       Dingen die je in vertrouwen zijn verteld, vertel je niet verder.

·       Geef tijd en gelegenheid voor de privémomenten van de ander. 

12. “De cliënt is bij mij in vertrouwde handen.”
 

“In vertrouwde handen”, dat is ons motto.
“Cliënt, bewoner en collega zijn bij mij in vertrouwde handen.” Dit is de laatste van de 12 gedragsregels, afgeleid van de drie kernwaarden respect, verantwoordelijkheid en geborgenheid.
“De vraag is niet zozeer of je consequent bent, je moet gewoon betrouwbaar zijn!”
Geef de ander dit gevoel, bij wat je ook doet, met wie je ook te maken hebt: cliënt, familie of collega.

Dat is waar we samen met jullie voor willen blijven gaan!

Tekstblok 2